Edwins Duivenpraat #5
22 januari 2025
Edwin Timmerman is al 25 jaar een vertrouwd gezicht bij De Groot, waar hij zijn passie voor de duivensport combineert met zijn dagelijkse werk. Als ervaren duivenmelker heeft Edwin in de loop der jaren veel kennis opgedaan over alles wat met duiven te maken heeft. Wekelijks staat hij klaar om duivenliefhebbers te adviseren, hun vragen te beantwoorden en zijn expertise te delen.
Beste lezers,
Het weer zit nog steeds niet mee, en de hokken blijven vochtig. Er zijn erg weinig zonuren, en dat is niet ideaal voor het opgroeien van de jongen. De mooiste jongen groeien immers op in de maanden mei tot en met augustus, wanneer de zon volop schijnt. Het is daarom verstandig om twee keer per week een vitaminepreparaat te geven, zodat de duiven niets tekortkomen.
Door dit kille en vochtige weer zijn de doffers ook wat minder actief. Dit zie je vooral bij de oudere doffers; zij haperen soms in de bevruchting. Voor goede, oude kweekdoffers kan een hormoonbehandeling nuttig zijn. Zelf heb ik daar goede ervaringen mee. Elk jaar laat ik een paar oude kweekdoffers behandelen door dierenarts Robert Kasperink met een tweedelige hormoonbehandeling. Deze behandeling is betaalbaar en de resultaten zijn uitstekend.
Zo had ik “De 58” van Albert van Riesen uit Genemuiden, een geweldige kweker van 12 jaar oud toen ik hem kocht. Eerst waren de eieren schier door de hokverandering, maar na de hormoonbehandeling ging het uitstekend. In 2023 kweekte ik drie zusjes van hem, die alle drie prima gevlogen hebben. Het is een fabel dat oude kweekdoffers geen goede jongen meer voortbrengen. Het zit in de genen; als ze er vitaal uitzien, kunnen ze zeker nog kwaliteit leveren.
Een mooi voorbeeld is de duif “Supercrack Rik” van Gerard Koopman. Deze kweekdoffer bracht op 11-jarige leeftijd drie superduiven voort: “Manu” (2x 1e NPO), “Paco” en “Amadi.” Bij duivinnen let ik altijd op de kwaliteit van de eieren. Als een duivin geen mooie, gladde eieren meer legt of vaker maar één ei, dan zet ik haar niet meer in voor de kweek.
Roofvogels
Zelf woon ik aan de rand van het bos en weet maar al te goed hoe frustrerend het is om daar duiven te houden. Ik heb van alles geprobeerd, van spiegels tot oehoe-geluiden, maar alles werkt slechts tijdelijk. Inmiddels heb ik een manier gevonden om hiermee om te gaan.
De meeste roofvogelaanvallen gebeuren in maart. Daarom wen ik jonge duiven in die maand niet uit. Ik begin te kweken in december, en alle jongen gaan pas vanaf 1 april los. Tot die tijd zitten ze in een hok met een ren ervoor. De eerste drie keer dat ze losgaan, hebben ze nog moeite met landen, en soms blijven er een paar buiten zitten. Maar na een week weten ze het, en de verliezen zijn meestal beperkt.
De oude vliegduiven koppel ik rond 1 maart. Hiervoor probeer ik ze een paar keer los te laten, zodat ik me in maart kan focussen op hun conditie en voorbereiding voor het vliegseizoen.
Op de winkelvloer
Ik had deze week een gesprek met een topliefhebber uit het westen van het land over dierlijke eiwitten voor duiven. Na het analyseren van zijn producten en voeding bleek dat hij geen dierlijke eiwitten aan zijn duiven gaf, terwijl ze toch op topniveau presteren. Dit bewijst dat er meerdere wegen naar Rome leiden.
Van origine eten duiven wel dierlijke eiwitten, en tijdens het opgroeien van jongen draait alles om eiwitten (bouwstoffen). Dierlijke eiwitten worden ook gemakkelijker door het lichaam van een duif opgenomen dan plantaardige eiwitten. Willem de Bruijn voegt bijvoorbeeld kattenbrokjes toe aan zijn “ochtendmix” voor duiven. Dat zal niet zonder reden zijn.
Liefhebbers die dit willen proberen, kopen vaak ProGo kittenbrokjes bij ons. Deze brokjes zijn klein, rond van vorm en bevatten veel dierlijke eiwitten. Ook de Conditiemix van Marien bevat dierlijke eiwitten in de vorm van vismeel en wordt zowel nu als tijdens de vliegperiode veel gegeven. Een ander goed product dat makkelijk over het voer kan worden gegeven, is de Beute MG-mix. Deze mix met wei-eiwitten en vitaminen is een prima aanvulling tijdens de kweektijd.