Edwins Duivenpraat #15
27 juni 2025
Edwin Timmerman is al 25 jaar een vertrouwd gezicht bij De Groot, waar hij zijn passie voor de duivensport combineert met zijn dagelijkse werk. Als ervaren duivenmelker heeft Edwin in de loop der jaren veel kennis opgedaan over alles wat met duiven te maken heeft. Wekelijks staat hij klaar om duivenliefhebbers te adviseren, hun vragen te beantwoorden en zijn expertise te delen.
Beste lezers,
“Hoge bergen, diepe dalen” — dat past wel bij de duivensport. Mocht ik twee weken geleden nog een afdelingsvlucht winnen, viel de vlucht van afgelopen weekend weer flink tegen. Beide vluchten zijn met zuidoostenwind vervlogen en waren taai, met lange concoursduren.
Waarom hebben duiven moeite met een zuidoostenwind, en dan vooral de kopduiven op de middellange afstanden? Duiven hebben veelal de neiging westelijk te vliegen. Zit daar dan ook nog een zuidoostenwind achter, dan kunnen ze hoge snelheden ontwikkelen en vliegen ze zomaar de zee op of via de Afsluitdijk en Waddenzee in Groningen terecht. Als lossingsverantwoordelijke houd ik altijd mijn hart vast als er Z.O.-wind voorspeld wordt. Waarom? Omdat ik al vaak goede duiven op zulke vluchten ben kwijtgeraakt, en hele groepen duiven verkeerd heb zien vliegen.
Belangrijk vind ik dat, wanneer deze wind wordt voorspeld, de NPO toestemming moet geven om naar oostelijker gelegen losplaatsen te gaan. Uit de praktijk zijn genoeg voorbeelden te geven waaruit blijkt dat vluchten vanaf oostelijker gelegen losplaatsen bij deze wind aanzienlijk korter ‘los’ staan en minder verliezen kennen.
Toch wil ik ook nog even melden hoe de NPO dit weekend met de losplaatsen is omgegaan. De afdelingen werden verzocht om de dagfond met 100 km in te korten vanwege de voorspelde warmte, en dus naar andere losplaatsen uit te wijken. De lossingsvergunningen die door de NPO werden verstrekt, roepen echter veel vragen op. Hoe kan het dat Sector 3 (afdelingen 7, 8, 9) westelijker stond dan Sector 2 (afdelingen 5, 6)? Dat is vragen om moeilijkheden — en die zijn er ook gekomen. Na alles wat de week ervoor over lossingsverantwoordelijken gezegd is, mag men van de NPO verwachten dat alle risico’s zoveel mogelijk worden vermeden. Dus of het nu om 200 km of 500 km gaat: er moet een goede dagplanning worden gemaakt om vermenging tijdens de vlucht zoveel mogelijk te voorkomen.
Nationaal Pau
Afgelopen weekend begon ook het eerste weekend van de voorheen ZLU-vluchten. Geweldig dat deze vluchten behouden zijn voor onze sport! Deze editie vanuit Pau zou een van de zwaarste worden die we kennen. De winnaar werd de duif 22-8100806 van Jan Grootoonk uit Bant, op een afstand van 1145 km met een snelheid van 871 meter per minuut. Een bijzondere prestatie van zowel duif als melker. Jan is enkele jaren geleden overgestapt van de middaglossing naar de ochtendlossing, dus extra knap dat hij dit nu al weet te bereiken. Jan is al jaren klant bij ons. Ik sprak hem gisteren nog in de winkel — hij kon het nog steeds niet bevatten. Familie Grootoonk, nogmaals van harte gefeliciteerd met deze topprestatie!
KP-index
Wat is de KP-index? Dat is een index die aangeeft of er verhoogde zonactiviteit is die een geomagnetische storm veroorzaakt. Hierdoor worden gps-signalen voor drones en satellieten verstoord, en kunnen drones zelfs een andere koers kiezen. Duiven oriënteren zich vooral via een combinatie van het magnetisch veld en de zon, en slaan hun hokcoördinaten op. Daardoor kan deze index ook voor de postduivensport van waarde zijn.
De index wordt aangegeven in waardes van 1 t/m 9. Bij waardes vanaf 5 moet je oppassen met het opleren van jonge duiven; bij nog hogere pieken kunnen zelfs oudere duiven uit koers raken. De website meteo-julianadorp.nl geeft een prognose voor drie dagen. Je kunt deze site dus even raadplegen voordat je gaat opleren.